Iedereen heeft al eens een slechte nacht.
Dan voelt u zich de volgende dag misschien moe en prikkelbaar en verloopt alles iets minder vlot dan gewoonlijk. Dit is geen ramp: dit soort slaaptekort haalt u meestal snel in.
Wanneer u echter nachten lang slecht slaapt en merkt dat dit uw dagelijks functioneren blijft verstoren, kan een slaaponderzoek nuttig zijn om een goede diagnose van uw slaapproblemen te stellen.
In onze brochure 'Slaapwel!' vindt u een antwoord op bovenstaande vragen. Klik hier om de brochure te openen (pdf).
Bekijk ook de korte videofilms op Youtube van onze psychologe en slaapexperte Hanne Raets:
- Opbouw van de slaap
- Waarom vallen we in slaap?
- Slaapproblemen aanpakken
Bij obstructieve slaapapneu is er sprake van adempauzes die het gevolg zijn van het afsluiten (=obstructie) van de neus/keelholte. Het is de meest frequente diagnose in ons slaaplabo. Het gaat meestal om mensen die vaak heel erg luid snurken en overdag moe zijn, verstrooid, weinig geconcentreerd en makkelijk in slaap vallen (bijvoorbeeld in het verkeer).
Oorzaak
De klachten worden veroorzaakt door een (bijna) volledige afsluiting van de bovenste luchtweg ter hoogte van huig, keel, tongbasis of strottenhoofd tijdens het slapen. Dit gebeurt meerdere malen per nacht; men spreekt van een ernstig slaapapnoesyndroom van zodra dit meer dan 30 maal per uur gebeurt.
Tijdens deze apnoes houdt het snurken op (stilte!). Het zuurstofgehalte daalt in het bloed. Hierdoor worden de ademhalingscentra ter hoogte van de hersenen gealarmeerd, deze stimuleren de ademhalingsspieren tot grotere inzet. Door deze verhoogde ademhalingsarbeid en door de alarmsignalen naar de hersenen, wordt de patiënt telkens kort wakker en kan de ademhaling herstarten, meestal met een luid snurkend of zuigend geluid.
Dit proces kan zich soms tot meer dan 500 keer per nacht herhalen en hierdoor is er nooit een diepe en verkwikkende slaap en kunnen deze mensen zich heel erg moe en slaperig voelen overdag.
Bij slaapapneu is er een verhoogd risico op:
Behandelmogelijkheden
Hierbij zijn er, meestal in de eerste helft van de slaap, korte ongecontroleerde beenbewegingen.
Deze herhalen zich met een interval van 15 tot 45 seconden en kunnen worden gevolgd door een korte ontwaak-episode. De patiënt is zich hier niet altijd bewust van. Door deze beenbewegingen is er vaak slaperigheid en/of vermoeidheid overdag.
Vaak hebben deze mensen vóór het slapengaan last van rusteloze benen: men heeft de neiging met de benen te bewegen omwille van een vervelend, moeilijk te omschrijven gevoel in de benen dat enkel voorkomt als men in een rustige houding zit.
De behandeling is meestal medicamenteus.
In sommige gevallen zal u gevraagd worden om ook de dag ná het slaaponderzoek in het ziekenhuis te blijven. Dit is voor de zogenaamde Multiple Slaap Latentie Test (MSLT). Bij deze MSLT wordt gevraagd om overdag 4 dutjes van telkens 20 minuten te doen. Hierbij wordt nagegaan of er in deze dutjes effectieve slaap voorkomt én hoelang het duurt vooraleer u in slaap valt (= slaaplatentie).
De registratie-elektroden worden de nacht na het slaaponderzoek slechts gedeeltelijk verwijderd.
U zal een dutje moeten doen om 9u, 11u, 13u en 15u (een verpleegkundige houdt deze tijden voor u in de gaten). Wanneer u aan het dutje begint:
U hoeft zich geen zorgen te maken als u niet of weinig kan slapen: dit is normaal!
Tussen de dutjes door, gaat u uit bed en probeert u iets actief te doen (lezen, TV kijken, …).
Rond 16u kan u naar huis gaan.
Klik op de titel om de pdf-versie te openen:
Afspraken
Centraal afsprakenbureau
Kroonveldlaan 50, 9200 Dendermonde
08.00 - 20.00 uur
052 25 25 05